Om te bevorderen dat jeugdigen meer inclusief en gezonder kunnen opgroeien, willen we de focus leggen op de sociaalpedagogische context rond jeugdigen en hun opvoeders. Wanneer we het hebben over de term ‘inclusief’, beschouwen we het opvallende aan een kind of jongere niet als een afwijking of een stoornis, maar als variatie, en zien we het opvallende vooral als een uitkomst van de context waarin een kind opgroeit (Wienen, 2023). In iedere samenleving wordt met elkaar bepaald wat normaal is en wat afwijkend. Het gesprek zou dus moeten gaan over de normen die wij onszelf als maatschappij hebben opgelegd (Verhaeghe, 2019). Wat zijn eigenlijk de ‘normale’ opgroeikansen voor kinderen en welke context helpt daarbij? (Vissenberg, 2023).
Inclusie betekent niet: het welkom heten van een minderheid binnen een meerderheid, volgens de normen van de meerderheid. Inclusie heeft te maken met het creëren van een ‘derde ruimte’, een nieuwe ruimte waarbinnen we met elkaar onderzoeken en beslissen welke normen en regels we hanteren zodat eenieders perspectief vertegenwoordigd is en gehoord kan worden. Binnen deze ruimte vindt het gesprek plaats, ook over de schuring die hiermee gepaard gaat (Sergeant, 2023). Dit gesprek levert input op voor het verder uitdenken en uitwerken van concepten als ‘de normale sociaalpedagogische context versterken’ en het concretiseren in de dagelijkse opvoedpraktijk van het universeel geldende motto ‘it takes a village to raise a child’.