Binnen IncluZie is Rogier actief in werkpakket 2: “We proberen op verschillende manieren invloed uit te oefenen op het debat door de stemmen en perspectieven van verschillende mensen naar voren te laten komen –en dan specifiek binnen de thema’s normaliseren, ontzorgen en demedicaliseren.”
Normaliseren: Iedereen wil het, maar wat bedoelen we er eigenlijk mee?
Hoewel alle drie de thema’s — normaliseren, ontzorgen en demedicaliseren — met elkaar verbonden zijn, merkt Rogier dat vooral het begrip normaliseren vaak gebruikt wordt. Maar weten we eigenijk wat we daarmee bedoelen? Tijdens een group concept mapping procedure in Utrecht kwamen er maar liefst 99 verschillende definities van het woord naar voren. Wat hem daarbij opviel, was dat de meeste definities nauwelijks ingingen op de relatie met ontzorgen en demedicaliseren.
Rogier vertelt: “Iedereen wil wel gaan normaliseren, maar niemand weet eigenlijk wat dat precies betekent.” Dat bevestigde voor hem hoe abstract het begrip eigenlijk is. “Er lijkt wel een visie achter te zitten,” legt hij uit, “maar die krijgt in de praktijk weinig concrete invulling. Juist dat maakt het voor mij zo relevant en interessant om ermee aan de slag te gaan.”
Deze thematiek staat niet alleen centraal in Rogiers proefschrift, maar is ook nauw verbonden met zijn werk binnen IncluZie.
Een pedagogische basis: Van individu naar context
Volgens Rogier hangt normaliseren nauw samen met het versterken van een pedagogische visie. Zo zegt hij: “Het zet zich vooral af tegen de op het individu gerichte lens in het beoordelen van gedragsvraagstukken. We moeten juist meer aandacht hebben voor de context, maatschappelijke structuren en systemen die bijdragen aan gedragsproblemen.”
Vanuit werkpakket 2 zoekt hij actief de verbinding met praktijk en onderwijs, onder meer door het schrijven van columns over pedagogiek, en het organiseren van workshops waarin ook studentenperspectieven worden opgehaald. “Ik denk dat het vooral belangrijk is dat we alle kinderen recht doen,” zegt hij. “Onze bandbreedte voor wat wij als ‘normaal’ gedrag zien, is de afgelopen jaren smaller geworden. Daardoor zien we sneller iets als afwijkend. En ik denk dat we daarmee een hele grote groep kinderen onrecht aandoen.”
IncluZie probeert daar verandering in te brengen. “We dragen een boodschap uit waarin we proberen de bandbreedte voor normaal gedrag wat breder te maken, zodat meer kinderen zich begrepen voelen. Dat zij ook gewoon kunnen opgroeien op een prettige manier en net zo kansrijk zijn als alle andere kinderen.”
Samen leren: Workshop Inclusieve Pedagogiek
Een voorbeeld van die aanpak is de workshop inclusieve pedagogiek die Rogier samen met docent-onderzoeker Sofie Sergeant (Hogeschool Utrecht) organiseerde op Windesheim Hogeschool. “Dat was echt een heel mooi uitvloeisel van samenwerken binnen IncluZie,” vertelt hij. “Ik kan wel duidelijk zeggen dat als IncluZie er niet was geweest, we dit niet hadden kunnen doen.”
Tijdens deze workshop stond niet alleen kennisdeling centraal, maar ook het ophalen van studentervaringen. “We hebben verteld over inclusieve pedagogiek, over normaal en afwijkend, en samen met studenten onderzocht wat dat voor hen betekent. Hun visie werd als waardevol gezien.”
Debat en discussie als motor voor verandering
Toch merkt Rogier dat het niet altijd eenvoudig is om deze visie breed gedragen te krijgen. “Wat als normaal of afwijkend wordt beschouwd, is per definitie subjectief,” stelt hij. “Het is een mening, geen vaststaand feit. Wat wij als afwijkend zien, is vaak gebaseerd op normen en waarden die in onze samenleving dominant zijn.”
Volgens hem leven we nog steeds in een maatschappij die sterk psychologiserend denkt over kinderen. “Daar loop je voornamelijk tegenaan. We hebben een duidelijke visie als IncluZie, maar dat is niet de dominante visie. Het is een visie tegen een andere visie.”
“Wij kunnen wel pleiten voor investeringen in een stevige pedagogische basis,” vervolgt hij, “maar voor een ouder die thuis met de handen in het haar zit — wat volkomen begrijpelijk is — draait het om iets heel concreets: waar kun je terecht, en bij wie?”
Volgens Rogier vraagt dit niet alleen om een heldere visie, maar ook om een gezamenlijke bewustwording over hoe we in de samenleving denken over hulpvragen. “Wanneer heb je hulp nodig, van wie, en waarom? Dat zijn vragen die we samen moeten blijven stellen.”
De toekomst
Rogier kijkt hoopvol vooruit en ziet voor IncluZie een belangrijke rol in het blijvend aanwakkeren van het maatschappelijk gesprek. Niet alleen via onderzoek, maar juist ook via samenwerking met kinderen, jongeren, ouders, studenten en professionals. “Het is juist belangrijk als we invloed willen uitoefenen op het maatschappelijk debat,” legt hij uit, “dat we perspectieven naar voren laten komen die meer zijn dan je eigen onderzoeksvisie.”
Volgens hem zit daar ook de kracht van IncluZie: “Het is een mooie uitdaging waar we voor staan, waar IncluZie een springplank in kan zijn. We kunnen makkelijk met anderen samenwerken en onderzoek combineren. Voor de jongeren, het kind en haar gezin.”