Binnen IncluZie is Rob vooral actief in werkpakket 2, waar hij zich richt op het formuleren van outcomefactoren en het aanjagen van het maatschappelijk debat.
Hij vertelt: “Cijfers onthullen hooguit een deel van de waarheid. Maar zij kunnen wel het startpunt zijn voor een goed gesprek. In ons geval over de inclusiviteit van de ondersteuning van opgroeien en opvoeden.”
Van bureauonderzoeker als politicoloog naar praktijkgericht onderzoeker in het jeugddomein
Rob is al zijn hele carrière lang onderzoeker. Het begon ooit in Nijmegen, waar hij als politicoloog onderzoek deed naar de kloof tussen burger en lokaal bestuur. Daarna werkte hij 13 jaar bij het Sociaal en Cultureel Planbureau als onderzoeker lokaal sociaal beleid. Na enkele jaren werd hij min of meer toevallig onderzoeker lokaal jeugdbeleid – het thema waarop hij later ook promoveerde. Ook was hij projectleider van de eerste landelijke evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Later bij het Verwey-Jonker Instituut verschoof zijn focus steeds meer richting praktijkgericht onderzoek in het brede jeugddomein. Die lijn trekt hij vanaf 2018 door aan de Haagse Hogeschool, waar hij met een team van onderzoekers en docent-onderzoekers werkt aan de thema’s samenwerking met en rond gezinnen, het versterken van het gewone leven en vakmanschap van jeugdprofessionals.
Outcomefactoren als gespreksstarter
Binnen IncluZie begon Rob bij werkpakket 1, gericht op inclusieve onderzoeksmethoden en het uitbrengen van een boek (lees meer hierover in dit artikel: “Wie Zijn Wij? – Marije Kesselring). Inmiddels is hij overgestapt naar werkpakket 2, waar hij samen met collega’s werkt aan het formuleren van outcomefactoren die het gesprek over inclusie in opvoeden en opgroeien op gang kunnen brengen. Rob is ervan overtuigd dat in lokale gemeenschappen dat gesprek gevoerd moet worden, waarbij alle relevante perspectieven, en dus zeker jeugdigen en ouders, betrokken zijn.
Het doel is dus om een beperkt aantal indicatoren te vinden die gebruikt kunnen worden om de dialoog te starten binnen lokale samenlevingen en organisaties. Niet de abstracte KPI’s staan centraal, maar betekenisvolle gesprekken over hoe inclusief men daadwerkelijk is.
Met een achtergrond als beleidsonderzoeker, kent Rob namelijk ook de valkuilen van ‘harde cijfers’: “Indicatoren bieden vaak maar een beperkt beeld van de werkelijkheid. We moeten ons voortdurend afvragen: meten we eigenlijk wel het goede? En wat zeggen die cijfers dan écht?”
Verbinden en verdiepen
Wat Rob bijzonder waardeert aan IncluZie is de langdurige en brede samenwerking:
“We werken met onderzoekers vanuit verschillende vakgebieden en met diverse achtergronden. In plaats van dat alle lectoraten op hun eigen eiland opereren, zoeken we hier juist actief de verbinding. Ook met partners daarbuiten. Dat levert ontzettend veel op; voor ons als onderzoekers, maar ook voor onze studenten, want die kennis nemen we weer mee de opleidingen in.”
IncluZie is een project van acht jaar – iets wat in het jeugdveld uniek is. Rob hoopt dan ook dat IncluZie uitgroeit tot het aanspreekpunt voor kennis en inzichten over inclusief opgroeien en opvoeden: “Dat beleidsmakers, professionals en onderzoekers aan ons denken als ze met dit thema aan de slag willen. Dat vraagt veel inzet… We zijn goed op weg, maar er is nog genoeg te doen.”